Typen constructies
Het gebruik van glas wordt onderscheiden in drie specifieke situaties:

  1. Bij scheidingsconstructies en beweegbare constructieonderdelen is het glas geplaatst met de onderzijde lager dan 0,85 m vanaf het aangrenzende vloerniveau.

  2. Voor scheidingsconstructies en beweegbare constructieonderdelen, vooral op ontsluitingswegen, bevindt de onderzijde van het glas zich boven de 0,85 m maar nog onder de 1,40 m vanaf het aangrenzende vloerniveau.

  3. Bij deurconstructies, inclusief zijlicht, bevindt de onderzijde van het glas zich lager dan 1,40 m vanaf het aangrenzende vloerniveau.